zaterdag 31 augustus 2013

Het appeltje valt niet ...

In onze oude stationwagen kwamen we het parkeerterrein van een deftig hotel oprijden. Gelukkig was het al donker en was de met bagage overladen binnenkant van de auto niet te zien. Op de terugreis vanuit Zwitserland waren we te moe om nog verder te rijden. “We nemen een hotel en rijden morgen wel verder”, zei mijn vrouw. Maar alle herbergen waren vol en zo belanden we bij het vijfsterren hotel.

dinsdag 11 juni 2013

ZONNESTRAAL OF DONDERWOLK

 “Mama, aan mij kan je het niet zien dat ik verstandelijk beperkt ben, hè?” vraagt onze jongste dochter. Hand in hand met mijn vrouw sjokt ze mee. Met het te zware lichaam van een volwassen vrouw en haar verbale aanwezigheid overschat je haar gemakkelijk. Verstandelijk nog geen tien en emotioneel nog een kleuter, maakt dat ze het ene ogenblik straalt als een zonnetje om vervolgens om te slaan in een donderwolk.

maandag 8 april 2013

Een oude Joodse man

Een oude Joodse man ging me voor
En ik volgde hem nauwgezet
Hij gebogen en nooit gebroken
Samen schuifelend langs 't koosjer buffet

Zomaar een ontmoeting in Jeruzalem
Twee minuten in elkanders heden
Uit donk're tijd was hij ontkomen
Ging ik in de schaduw van zijn schreden

Heerlijk geurden groenteschotels
Borden opscheppend uit dezelfde dis
Strekkend onze handen naar dezelfde lepel
Om d' heerlijk vers bereide vis

Eén moment van gekruiste armen
Gaf mij zicht op 't stil verdriet
In 't vlees gebrand zijn nummer
al het leed aan hem geschied


6.000.000 nummers heb ik nooit gekend
Zoveel meer die niet zijn geboren
Hun stem bij voorbaat al monddood
Zonder kans zich ooit te laten horen

Waar één nummer mij 't gezicht laat zien
Gebaar ik d' oude Joodse man bedeesd
Dat hij mij altijd voor mag gaan
Vol respect voor die nooit zijn geweest

Ron


donderdag 14 februari 2013

Een weegmoment



Je weet dat het gebeuren zal, maar nooit wanneer. En het komt altijd weer op een moment dat je er niet op bedacht bent. Meestal begint het met een vraag waarvan je de ernst niet tijdig inziet. Zo ook deze keer op het moment dat mijn vrouw me vroeg: "Lijk ik niet te dik in deze rok?” In alle onschuld antwoordde ik dat het wel meeviel. “Je bedoelt dus dat ik eigenlijk te dik ben?” Het spel van vraag en antwoord verloopt bij vrouwen nu eenmaal anders dan de redeneerkunst van mannen. Ik probeerde het tij nog te keren: “Voor mij ben je prima zo!” Het mocht niet meer baten. “Ik ga even op de weegschaal” was haar antwoord, terwijl ze naar de badkamer liep.