zondag 2 november 2014

In 't dorp van weleer

Je ziet hem gaan en kent hem niet. Gebogen onder een te grote pet. Zwaar trappend met zijn houten klompen op een oude fiets. Zijn leren zadeldek kraakt als hij voorbij komt. Of zijn het zijn broze knieën? 

Maartensdijk
In het dorp van mijn jeugd stond de kerk nog in ’t midden en gingen we naar de School met de Bijbel. In 't dorp waar ik nu woon zijn ze er nog. De zondag viert daar hoogtij: mannen in hun beste pak en vrouwen met bedekte hoofden. Het is inmiddels zeven jaren terug dat we er zijn komen wonen. Maar we kerken buiten het dorp. Onze kinderen zijn de deur uit, dus we wachten niet meer bij de school. Daardoor groei je minder snel in de dorpsgemeenschap en blijf je deels een buitenstaander.

Regelmatig zag ik hem gaan. Al fietsend over de Dorpsweg groette hij andere geboren en getogen Maartensdijkers. Voor hem was ik een vreemdeling in zijn Jeruzalem en dus fietste hij stevig verder.  

Het dorp van weleer is niet langer een zelfstandige gemeente, maar maakt deel uit van de gemeente De Bilt. Voor de ware Maartensdijkers nog altijd een trauma. Aan het verbouwde raadhuis uit de 17de eeuw bij de kop van het dorp is nog iets van de oude glorie te herkennen. Daarvoor liggen de groene weilanden, ingeklemd tussen de veenplassen en Maartensdijk. Een weids uitzicht over een voortuin waar zwanen broeden en de eerste lammetjes dartelen.

'Valschut' uit de 19de-eeuw,met metalen juk, 
voorzien van handwiel en houten schotdeur.
Import of autochtoon
Unieke spoorbogen, in de vorm van kerkramen, omlijsten de toegang tot het dorp aan de andere kant van de spoorlijn. Langs het lint van soms zeer oude boerderijen en huisjes loopt de Praamgracht. Op enkele plekken in Maartensdijk staan zelfs nog 19de-eeuwse stuwtjes, de zogeheten valschutten.

In de loop van de jaren zag ik hem steeds minder vaak. De Maartensdijker op zijn klompen fietste langzaam langs de boerenerfjes om te zien of hij niet iemand gedag kon zeggen. En mocht hij iemand ontwaren die zijn bekende was, dan stak hij zijn ene hand op en klonk het steevast: ‘Heu ...’

Ons wijkje met jaren 60-woningen is inmiddels niet meer de nieuwbouwwijk van het dorp. Er klinken kinderstemmen in de straat. Kinderen van de jonge gezinnetjes spelen hand in hand met onze kleinkinderen. De woorden ‘import of autochtoon’ komen niet voor in hun spelregels.

Waar jong en oud elkaar kruisen
Er loopt een jongen met folders langs de brievenbussen in onze straat. Hij fluit op hele noten een psalm. Terwijl ik leun op mijn schop in het voortuintje, luister ik er naar.  Een glimlach van herkenning en vertrouwdheid verschijnt op mijn gezicht.

Langzaam komt een oude man aangefietst. Houten klompen komen langzaam dichterbij. Zijn tempo ligt zo laag dat ik bang ben dat hij ieder moment om kan vallen. Van de andere kant komt de jongen fluitend langs mijn tuintje. Hij reikt me de stapel folders aan. ‘Heu ...’ zegt hij tegen me. ‘Heu …’ reageer ik te laat naar de jongen. De oude fietser begrijpt de groet als voor hem bedoeld en glimlacht naar me. Moeizaam steekt hij zijn bevende hand op.

De lente is vroeg dit jaar en het dorp ontwaakt langzaam uit haar winterslaap. Terwijl het ochtendlicht de laaghangende mist verdrijft, fiets ik naar mijn werk. Via de achterkant van het dorp worden oude rietdaken vervangen door statige landhuizen. Sierhekken omheinen de landgoederen Rustenburg en Eyckenstein. De overgang naar de lommerrijke bossen van Maartensdijk en Lage Vuursche. Ik fiets over het bospad langs een schuurtje waaraan een klomp hangt met gele narcissen. Het vroegere dorpsleven bestaat nog steeds in het dorp van ’t heden.

Dorpsgenoten
Onwillekeurig denk ik aan de oude man op zijn fiets. Elke keer dieper gebogen fietste hij moeizamer zijn begroetingsronde door Maartensdijk. Ik heb hem daarna nooit meer gezien en begreep dat hij definitief tot stilstand was gekomen. Zijn afscheidsgroet naar mij, maakte me na jaren een door hem geaccepteerde dorpsgenoot. Dankzij zijn eerste en laatste woord voor mij. Ik kijk om me heen en zie niemand. Dan steek ik mijn hand op naar de klomp met de narcissen. Alsof het naar hem is, roep ik mijn groet: ‘Heu …’



17 opmerkingen:

  1. Heu.. leuk stukje Ron! Mooi omschreven.
    Je zou een boek kunnen (niet moeten) schrijven.
    Thema: "Hoe het ooit was" (maar die Ik Ben die Ik Ben blijft).
    -blijven schrijven ;-)
    hartelijke groet.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ja heu Hans, ik zie iemand gaan en ken hem inmiddels ook;-) Hij schrijft mooie blogs in een serie over Hymnen & hun verhaal. Dus als iemand een boek zou kunnen schrijven - maar ook je andere artikelen zijn m.i. een groter publiek waardig. Bedankt voor je reactie.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Deze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Dank je Alita! Je reactie waardeer ik zeer ;-))

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Zie je re-reactie nu pas Ron, sorry. Oh.. dank je..
    Maar deze blog is ècht goed en leuk geschreven.

    Hoop trouwens in april meerdere verhalen achter hymnen te plaatsen ;-)
    Er zijn veel mooie oude liederen gebaseerd op de lijdenstijd en Pasen.
    hr. groet.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Wat een prachtig verhaal! Bij het lezen ervan komen er allerlei jeugdherinneringen naar boven. Ik groeide op in een dorp, zo'n 10 km verderop. We haalden onze boodschappen in een buurtwinkel, gerund door 3 bijzonder aardige mannen (broers). Niets in deze winkel lag op z'n plek. Elke klant las bij het afrekenen de boodschappen op die hij niet had kunnen vinden. Zij namen uitgebreid de tijd voor iedere klant en liepen naar achter om de ontbrekende boodschappen op te zoeken. Je kunt wel raden hoeveel uren het duurde voor je eindelijk de winkel weer verliet...
    Hoe ik hierop kom? In de winkel waren deze mannen bijzonder aardig en sociaal. Kwam je ze op zondag tegen, dan hadden zij een zwart pak aan en gingen naar de kerk in Maartensdijk (ik heb de naam 'gekrookte riet' thuis weleens voorbij horen komen). Een groet kon er nauwelijks af. Waren ze ziek, dan mocht er geen dokter aan te pas komen. Voor mij blijft de naam Maartensdijk altijd verbonden met deze drie mannen.
    Hartelijke groet, Marijke

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Wat een mooie toevoeging Marijke. Het geeft ook de sfeer aan van een dorpswinkel, zoals dit er nog is in het dorp van de naasteburen, te weten in Groenekan. We hebben met verschillende mensen uit de 'zware' kerk in Maartensdijk een goed contact en mogen elkaar gelukkig zien als broeders en zusters, verbonden in dezelfde Heere!

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Mooi om te lezen dat er nog zo'n winkel is in Groenekan. De mannen van onze dorpswinkel zijn inmiddels allemaal overleden. De winkel (meer een grote schuur), is afgebroken en er staan nu huizen.
    Mooi, dat je zo de eenheid toch mag ervaren met deze broeders en zusters.
    Leuk dat je moeder handwerklerares was! Ik heb 3 dochters, maar geen van hen heeft echt iets met handwerken en freubelen zoals ik. Eén dochter kan wel prachtig tekenen.
    Hartelijke groet, Marijke

    BeantwoordenVerwijderen
  9. Heu,Ron,
    wat is dit mooi geschreven, ik zie die oude man fietsen, ik ben er bij! Hartelijke groeten ook aan Grietje

    BeantwoordenVerwijderen
  10. Dank je Aukje. Wat leuk dat je hebt gereageerd. Een warme groet van ons voor jullie beiden!

    BeantwoordenVerwijderen
  11. Geweldig. Ik heb volop genoten van je verhaal. Dankjewel.

    BeantwoordenVerwijderen
  12. Leuk om te lezen Ron, Ik zat op die 'School met den Bijbel'. Als import binnengekomen in 1966 in klas 3 en dus in 1969 het laatste jaar afgerond. Heb er met korte onderbrekingen gewoond tot juni 1998.

    Je tekent de sfeer mooi. In die tijd, als je over de Dorpsweg reed (met de auto) gaven de kerkgangers geen duimbreed toe, want dat hoorde toch niet, op zondag.

    Vaak goede gesprekken gehad met de mensen van het 'gekrookte riet', beter en Bijbelgetrouwer dan met veel PKN mensen mogelijk was.

    BeantwoordenVerwijderen
  13. Bijzonder Gerard dat je in Maartensdijk gewoond hebt. Je kent de sfeer van het dorp dus volop. Dank je voor je reactie.

    BeantwoordenVerwijderen