maandag 11 januari 2016

Verbonden in lief en leed



Een ijzige kreet in de verte wekt hem uit zijn middagdutje. Met de handpalmen wrijft hij langs de zijkanten van zijn hoofd. Dan is het geschreeuw opeens dichtbij. Een koude rilling - gedachten flitsen door zijn hoofd. Hij hapt naar adem. Inbrekers! Z'n voeten zoeken de slippers. Hij duikelt er slecht één op. Struikelend haast hij zich naar de kamerdeur. Hij moet de ander vinden. Voor het te laat is. Haar beschermen. Zijn vrouw.

'Dan maar een klontje suiker' mompel ik als er bij de koffieautomaat geen zoetjes blijken te staan. Net als ik met mijn bekertje warme troost wil gaan zitten voor een coffee-break gaat mijn semafoon af. Het piepgeluid herken ik dadelijk als een noodoproep. Of ik met spoed naar een bepaalde afdeling wil gaan. Met tegenzin zet ik de koffie opzij en haast me die kant op. Een code intoetsen en de deur opent zich. Een cliënt kijkt me aan. 'Die kant op' zegt hij, terwijl hij met zijn bevende armen staat te gebaren.

De ogen van een slachtoffer
In de huiskamer ligt een stoel ondersteboven. Eén van de stoelpoten ligt iets verderop tussen glassplinters. Er zijn wat bloedsporen op de grond. Een medewerker staat achter het keukenblok. ‘Waar is hij?’ vraag ik op rustige toon. Er klinkt een triller in haar stem als ze vertelt dat hij nu op zijn kamer is. ‘Hij heeft een aantal mensen geslagen en denkt dat we binnengedrongen zijn in z'n huis. De andere collega's hebben de cliënten in veiligheid gebracht.’

Enkele minuten later gaan we gedrieën de kamer in. Bezweet staat hij daar in zijn hemd en onderbroek. Zijn ogen wijd open. Slechts aan één voet een slipper. De andere voet heeft een diepe snee. De Tl-buis boven zijn bed maakt een brommend geluid. ‘Ik heb het niet gedaan’, hijgt hij. Dan komt hij wild maaiend met zijn armen op ons af. ‘Nu’, commandeer ik en in enkele seconden is hij overmeesterd. Terwijl de anderen hem vasthouden, pak ik de injectie en spuit de vloeistof langzaam in zijn been. Dan ontmoeten mijn ogen de zijne. Ze lezen de angst van een slachtoffer. Hij kermt en fluistert haar naam. ‘Loes …’

Verbonden en verzonken
Loes zit bij haar man. Enkele weken zijn gepasseerd na zijn agressieaanval. In de tussentijd heeft hij enkele zware insulten gehad. Wat is hij snel achteruit gegaan. Ze had hem zo graag willen knuffelen. Maar ze moest afstand houden, had men gezegd. Hij zou het niet begrijpen en daardoor teveel spanning opbouwen. Steeds verder dreef hij bij haar vandaan. Ze heeft het koude bedhek naar beneden gedaan en schuift haar stoel nog dichter tegen zijn bed. Dan kijkt ze naar zijn lege gezichtsuitdrukking. Ze noemt zijn naam. ‘Lieverd, ik hou van je!’

Langzaam draait hij zijn hoofd in haar richting. Zijn ogen ontmoeten de hare. Een rimpel trekt over zijn voorhoofd. Dan klinkt zijn hese stem als hij met droge lippen de woorden zoekt. ‘Ik vind je wel aardig, maar ik hou al van Loes …’


Naschrift
In de meer dan 40 jaren dat ik werkzaam ben, heb ik honderden patiënten, bewoners of cliënten meegemaakt. Het is onmogelijk om al hun gezichten en uitspraken te herinneren. Maar het bovenstaande is me altijd bijgebleven. De omstandigheden in dit blog heb ik enigszins gewijzigd om herkenning te voorkomen.




10 opmerkingen:

  1. Wat een indringend blog. Zo mooi hoe je met dit ene blog zoveel kunt vertellen.
    Bedankt Ron.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ook mij raakt het heel diep.
    Eenbrok in mijn keel ...

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Wat een tragisch voorval. Ja, zoiets vergeet je niet snel. Mijn man werkt in de ambulante zorg bij ouderen. Hij is telkens weer onder de indruk van de zorgen die er zijn in de situaties waar hij naar toe moet.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Beiden langdurige werkervaringen in de zorg - of dienstensector.
    Hoewel persoonlijk een ander specialisme zie ik overeenkomsten.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Beiden langdurige werkervaringen in de zorg - of dienstensector.
    Hoewel persoonlijk een ander specialisme zie ik overeenkomsten.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Wat mooi geschreven, dit trieste verhaal

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Wat een aangrijpend verhaal!
    Ik sprak de vroegere buurman. Zijn vrouw is in een vergevorderd stadium. Zij is heel vriendelijk. ´We lachen wat af samen´ zei hij. Al weet ze niet meer wie hij is. ´Je hoeft het niet alleen te dragen en dat merk je´. Het bleef mij steeds bij, ook een mooi getuigenis.

    BeantwoordenVerwijderen