zondag 15 december 2024

BREEKBAAR! - Kerstverhaal 2024

De paniek schiet door Tim’s lichaam wanneer de bestelbus ineens begint te tollen. De banden hebben geen grip meer op de gladde weg. Hij probeert in alle haast het stuur vast te houden, maar het lijkt wel of de bus zijn eigen wil heeft. Vlak voor de splitsing komt de bus met een schok tot stilstand. Geschrokken staart Tim door de voorruit, naar de sneeuwvlokken die langzaam neerdwarrelen boven het verlaten heuvellandschap. Links ziet hij de weg verraderlijk omhoog slingeren, terwijl rechts een bruggetje toegang geeft tot een bosrijk dal. Hij twijfelt. Zijn handen trillen nog steeds terwijl hij het bezorgpakketje van de bijrijdersstoel pakt. ‘BREEKBAAR!’ staat er met rode letters op. Daaronder het Franse adres: ‘Voor Madame Noëlle de la Lumière’. Hij pakt zijn telefoon om de route op Google Maps te controleren. Maar dan kreunt hij wanhopig: “O nee... geen bereik!

De dalende weg lijkt de veiligste keuze. Met een somber gevoel rijdt hij over het bruggetje. De dag was al verkeerd begonnen door het gemopper van zijn vader: “Ze hebben toch ervaren chauffeurs? Waarom juist de dag voor Kerst?” Tim had boos gereageerd: “Ik ben oud genoeg om dat zelf te bepalen! Ajuus!” De deur knalde achter hem dicht.

Dreigend wacht het bos - klaar om hem op te slokken. Ondanks het vroege middaguur is het er onaangenaam donker. Tim voelt zich minder volwassen dan hij zou willen. Tegenover wie probeert hij zich eigenlijk te bewijzen? Plotseling sputtert de bestelbus. De motor slaat af. Het benzine-lampje dooft, als een zucht van overgave. Daar staat hij dan, zonder brandstof, zonder bereik en beroofd van zijn laatste hoop. Het voelt alsof alles uit zijn handen is geslagen. Eenzaam en verloren zit hij in de cabine, terwijl de kou langzaam binnensluipt. Na een moment van besluiteloosheid stopt hij het bezorgpakketje in zijn rugtas en laat de bestelbus achter zich. Met de gedachte aan zijn bestemming begint hij de zware wandeltocht. Zijn adem vormt wolkjes in de ijzige lucht. Maar de sneeuw onder zijn voeten zakt weg en hij valt. 'Morgen vinden ze me,' denkt hij radeloos. 'Met Kerst… een vreemdeling in de sneeuw.' Niemand die hem kent. Slechts één persoon zal iets vermoeden als ze het geadresseerde pakketje in zijn rugtas vinden. De gedachte aan haar roept hem op niet op te geven, tegen de wanhoop te vechten. Moeizaam komt hij overeind, zijn lippen trillen wanneer hij haar naam fluistert: “Madame Noëlle...”

Tussen de bomen door ziet Tim enkele huizen. Haar boerderijtje staat eenzaam en scheefgebogen net buiten het dorp. Wankelend stapt hij de veranda op. De planken kraken onder zijn gewicht. Het naambord, al versleten door de tijd, zegt: ‘Noëlle de la Lumière’. Hij klopt op de deur. Even later klinkt er gestommel aan de andere kant. Een oudere vrouw doet open en kijkt hem met grote ogen aan. Net als hij vermoeid door zijn knieën dreigt te zakken, grijpt ze zijn arm stevig vast: “Garçon, kom toch binnen met deze kou!

Tim zit aan de eettafel, de warmte van de kolenkachel omhelst hem. De oude vrouw zet een dienblad met dampende koffie en broodjes voor hem neer. Met een zucht van ontspanning haalt hij het bezorgpakket uit zijn tas en geeft het aan haar. “Voilà, madame!” Ze glimlacht vriendelijk en zet het pakketje op het dressoir. “Het is voor een speciaal iemand,” zegt ze mysterieus. “Noem me maar Noëlle! Luister... het dorp is dichtgesneeuwd. Beschouw dit zolang als je thuis.” Tim voelt een onverwachte golf van verlangen naar zijn eigen familie. “Heeft u wifi?” vraagt hij schor. Noëlle kijkt hem meelevend aan en schudt langzaam haar hoofd.

Even later zit Tim met zijn hoofd op de armen van de tafel. Hij is in slaap gevallen. Als hij zijn ogen opent, ziet hij Noëlle rustig breien. Er is iets bijzonders aan deze vrouw, aan deze plek. Het geheimzinnige pakketje staat nog steeds ongeopend op het dressoir. Noëlle merkt dat hij wakker is en zegt: “Vanavond is de Kerstdienst. Je moet met me meegaan!”

Tim fronst. “Moet dat?” vraagt hij, zijn stem trilt. Noëlle legt haar breiwerk neer en kijkt hem met zachte ogen aan. “Niets moet, jongen! Maar ik dacht…” Ze wordt abrupt onderbroken door zijn felle antwoord: “Nee, ik wil niet naar de kerk in dit achterlijke gehucht!” De stilte valt zwaar, het warme gevoel van thuis lijkt verdwenen. Waarom wil iedereen altijd iets van hem? Hij wil gewoon zelf bepalen wat hij doet! Noëlle herpakt zich: “Goed, als je wilt breng ik je morgen terug naar je bus. We vullen de tank en dan kun je naar huis.”

"Dus ik moet weg!" snauwt Tim, terwijl de frustratie in hem opborrelt. De oude vrouw kijkt hem meelevend aan. "O jongen, zo bedoel ik dat niet. Blijf zo lang je wilt. Maar denk je niet dat je je ouders zult missen?" Tim trekt een geforceerde grimas, zijn gedachten dwalen af naar de bemoeizucht van zijn ouders. Met deze bezorgrit had hij zich tegenover hen willen bewijzen. Maar sinds hij het bruggetje over reed, voelt het alsof hij de grip op zijn leven heeft verloren, als een vlam die door de wind dreigt te doven.

Daar staat Noëlle – kwetsbaar en toch sterk – gehuld in een warme winterjas. Klaar voor de Kerstdienst met in haar hand een olielampje. "Een klein lichtje verdrijft zelfs de diepste duisternis," zegt ze met een glimlach. “Tot straks jongen!” Juist als de deur achter haar dichtvalt, breekt Tim's weerstand. Hij grijpt zijn jas en volgt haar naar buiten. Noëlle staat op de veranda, haar ogen gericht op de olielampjes die bewoners in optocht door het dorp dragen. “Wat is dit?” fluistert hij verwonderd. In de heuvels verschijnen steeds meer lichtjes die als feestslingers uit de lucht neerdalen en de nacht vullen met een betoverende gloed. "Volg mij maar" klinkt Noëlle’s zachte stem. Ze voegen zich in de rij van fonkelende lampjes; honderden vuurvliegjes verlichten de nacht met hun gloed. Boerderijen met sneeuwdaken, omlijsten de weg, en samen met de wiebelende lichtjes vormen ze een wonderlijk decor. Het is alsof Tim door een winters openluchtmuseum wandelt, waar elke stap hem dichter bij zichzelf brengt. 

De oude kerk doemt voor hen op. De mensen treden één voor één naar binnen, ieder met een olielampje. Tim en Noëlle vinden hun plek in een kerkbank. Tim kijkt verwonderd naar de lampjes die steeds meer de donkere ruimte verlichten. Hij vraagt: “Jullie nemen je eigen licht mee naar de kerk?” “Nooit anders," antwoordt Noëlle. “Zo gaat het hier al eeuwenlang. We zijn allemaal verdwaald in het duister, maar Jezus is het Licht. Hij kwam in deze wereld om ons te vinden. Dat is het échte Kerstverhaal.” In het warme licht van de olielampjes de kerk ziet Tim hoe gerimpeld Noëlle’s gezicht is, wijsheid van jaren zichtbaar in haar glimlach. Ze leunt naar hem toe en fluistert: “Jezus wil zo graag Zijn Licht in ons hart laten schijnen. De vraag is alleen of wij ons openstellen voor Gods liefde.” Tim denkt na. Kan hij geloven in iets wat je niet kunt zien? Dan begint het lied ‘Douce Nuit, Sainte Nuit’ te spelen. De klanken zweven door de kerk, de woorden komen vanzelf: ‘Stille nacht, heilige nacht, vreed’ en heil wordt gebracht, aan een wereld, verloren in schuld; Gods belofte wordt heerlijk vervuld.’ De woorden raken zijn hart, en met elke noot lijkt de belofte van hoop dieper door te dringen.

De volgende ochtend is de wind guur, maar de wegen zijn goed berijdbaar. Tim heeft het dorpje achter zich gelaten, maar zijn gedachten dwalen onwillekeurig terug naar Noëlle. Met haar oude Citroën had ze hem naar de bestelbus gebracht. Bij het afscheid gaf ze hem een warme knuffel en stopte een tasje in zijn handen: “Je lunch voor onderweg!” 

De tijd glijdt ongemerkt voorbij terwijl hij verder rijdt en zijn gedachten dwalen af naar de gebeurtenissen van de vorige dag. Voor hij het weet, staat hij alweer bij het bruggetje. Plotseling remt hij scherp, precies op de plek waar zijn avontuur begon. Zijn blik valt op het tasje die nog altijd naast hem op de passagiersstoel ligt. Met een lichte aarzeling opent hij de rits. Onderin de tas ontdekt hij het pakketje, waarop in grote letters 'BREEKBAAR!' staat. Er is een briefje over het Franse bezorgadres geplakt, met de woorden: 'Voor Tim'. Verbaasd schudt hij zijn hoofd. “Dit kan niet waar zijn... zoveel kilometers voor niets?” zegt hij zacht. Zijn handen trillen terwijl hij het pakketje voorzichtig openscheurt. Dan verschijnt er een glimlach op zijn gezicht. Zachtjes fluistert hij: “Dankjewel, Noëlle... mijn eigen olielampje... een licht dat de duisternis verdrijft.”

Ds. J.J. Busker schreef eens dat er ergens in Frankrijk een
kerkje staat met de naam 'de kerk van de brandende lampen'.
Deze benaming is de inspiratie voor bovenstaand Kerstverhaal.

1 opmerking:

  1. Een mooi en duidelijk verhaal over Jezus die het licht is en ons gevonden heeft 🙏💗
    Bedankt Ron 🎄🎅

    BeantwoordenVerwijderen